Renovatieplicht residentieel heeft ook impact op kleine niet-residentiële eenheden

20/09/2022

Wetgeving

Samen met de invoering van de renovatieplicht voor residentiële gebouwen worden ook wijzigingen doorgevoerd aan de renovatieplicht voor kleine niet-residentiële eenheden. Doel is om de normen te finetunen met het oog op gemengde gebouwen. Het klassieke voorbeeld is een appartementsgebouw met handelszaken op het gelijkvloers. Welke normen gelden in dat geval?

Wat is een klein niet-residentieel gebouw?

Het antwoord op die vraag is niet alleen relevant om te weten welke renovatieplicht er geldt, maar evenzeer om na te gaan welk type EPC je nodig hebt. Het aparte EPC voor kleine niet-residentiële gebouwen bestaat al, terwijl het EPC voor grote niet-residentiële gebouwen ingaat op 1 januari 2023.

Een klein niet-residentieel gebouw, kavel, … heeft een niet-residentiële hoofdbestemming (handelszaak, horeca e.d.) en heeft een bruikbare vloeroppervlakte die niet groter is dan 500m².

Hoe ziet de renovatieplicht eruit?

Voor niet-residentiële gebouwen bestaat er al een renovatieplicht sinds 1 januari 2022. Een niet-residentieel gebouw moet binnen vijf jaar na de datum van de authentieke akte voldoen aan een maatregelenpakket:
als voor dakisolatie de minimale R-waarde van 0,75 m2K/W niet gehaald wordt op de datum van de authentieke akte, wordt dakisolatie met een maximale U-waarde van 0,24 W/m2K geplaatst
aanwezig enkel glas wordt vervangen door beglazing met een maximale U-waarde 1 W/m2K;
aanwezige centrale warmteopwekkers die deel uitmaken van een installatie voor ruimteverwarming die ouder dan vijftien jaar zijn op de datum van de authentieke akte, worden vervangen door een nieuwe warmteopwekker
Koelinstallaties die ouder zijn dan vijftien jaar op de datum van de authentieke akte en gebruik maken van koelmiddelen op basis van ozonlaagafbrekende stoffen worden verplicht vervangen door koelinstallaties die geen gebruik maken van dergelijke koelmiddelen
Daarnaast moeten kleine niet-residentiële kavels in een gebouw voldoen aan een minimaal label C binnen vijf jaar, aan te tonen aan de hand van een nieuw EPC.
Maar, die laatste norm geldt enkel wanneer er geen residentiële kavels zijn in het gebouw én wanneer dit gebouw in zijn geheel wordt verkocht.

Bijgevolg zijn er veel scenario’s waarbij het label C niet geldt en de renovatieplicht niet-residentieel beperkt blijft tot het maatregelenpakket.


Daarom moet je voortaan rekening houden met volgend tijdspad:

Vanaf 1 januari 2023 (aktedatum):
label C als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat volledig niet-residentieel is en in zijn totaliteit wordt overgedragen
label D als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat niet in zijn totaliteit wordt overgedragen, of als het gebouw in kwestie niet volledig een niet-residentieel gebouw is
Vanaf 1 januari 2028 (aktedatum): in beide scenario’s label C
Vanaf 1 januari 2035 (aktedatum):

label B als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat volledig niet-residentieel is en in zijn totaliteit wordt overgedragen

label C als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat niet in zijn totaliteit wordt overgedragen, of als het gebouw in kwestie niet volledig een niet-residentieel gebouw is


Vanaf 1 januari 2040:

label A als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat volledig niet-residentieel is en in zijn totaliteit wordt overgedragen

label B als de kleine niet-residentiële eenheid in een gebouw ligt dat niet in zijn totaliteit wordt overgedragen, of als het gebouw in kwestie niet volledig een niet-residentieel gebouw is

Vanaf 1 januari 2045 (aktedatum): in beide scenario’s label A

Neem contact met ons op voor meer info: https://www.epmc.be/contact